Fijn weekend

Op 28 april 2023 staren we stil voor ons uit in de wachtkamer Vorm en Beweging, ieder verzonken in zijn eigen gedachten. Ron scrolt door zijn telefoon en ik doe niets, ik staar voor mij uit.

PLING, ik kijk op het bord en zie dat ik mij in kamer 32 mag melden. Handen schudden ter verwelkoming doen ze in het ziekenhuis niet meer aan sinds Covid. Wij lopen een kleine kamer in.

De kamer is echt angstvallig leeg en zo saai mogelijk ingericht. Geen daglicht, een behandeltafel tegen de muur, een bureau met een beeldscherm, en een aantal stoelen.

Dr. Lambert, een andere arts dan de eerste keer, gaat achter het bureau met beeldscherm zitten. Op de kopse kant gaat de verpleegkundige zitten die bij mijn eerste visite er ook bij was. Ron en ik nemen plaats op de twee andere stoelen die bij het bureau staan. Een leerling-verpleegkundige gaat op de dan nog overgebleven stoel zitten, nadat onze toestemming is gevraagd of ze erbij mag zijn.

De dokter heeft zijn handen gevouwen en vertelt op rustige toon dat de MRI vier verdachte plekken laat zien, die op het eerste gezicht kwaadaardig lijken. Op beide heupen zit een plek en in mijn ruggengraat zitten twee plekken. Het osteoblastoom, waarvan we dachten dat het de veroorzaker van de pijn was, zit er ook, maar is overduidelijk niet de boosdoener.

Ik kijk naar Ron en ik zie dat het nieuws nauwelijks tot hem doordringt. Hij kijkt strak voor zich uit en pulkt aan zijn nagels. Hij was zo overtuigd dat het mee zou vallen, dat dit nieuws rauw op zijn dak valt. Ik hoor mijzelf vragen stellen, maar ik ben er ook niet helemaal bij. Ik blijf opvallend rustig onder het nieuws, waarschijnlijk omdat ik mij al had gewapend tegen slecht nieuws. Ook Ron stelt vragen.

De arts pakt de MRI erbij en laat zien waar de plekken zitten en wat ze nu willen doen. Het zijn uitzaaiingen en het is dus geen botkanker. Zaak is nu door middel van zowel een biopt als een PET-scan de primaire tumor te achterhalen. Die onderzoeken worden zo snel mogelijk ingepland. Het biopt moet uitwijzen of het kwaadaardig is, de PET-scan waar de primaire tumor zit.

Ik ga voorzichtig verzitten in mijn stoel en mijn gezicht vertrekt van de pijn. Het valt de arts op. Hij vraagt of alles duidelijk is voor zover in deze situatie al iets duidelijk kan zijn. Hij stelt voor dat we al meteen bloed prikken zodat we alles zo snel mogelijk in werking kunnen zetten. Ik knik. Ik vind alles goed op dit moment.

We lopen de kamer weer uit en de leerling-verpleegkundige wenst ons een fijn weekend. Wat een holle frase als je net een slecht nieuws gesprek hebt gehad. Maar ik vergeef het haar, wat kan ze anders zeggen…

Maar ik vergeet het niet. De holle frase blijft door mijn hoofd spoken. Iemand ‘fijn weekend’ wensen die net een bijna doodsvonnis heeft gehoord. Hoe gepast is dat? Had ik er wat van moeten zeggen? Misschien wel. Mijn excuus is dat ik als verdoofd de kamer uitliep achter de verpleegkundige aan voor het prikken van bloed.

_______________________________________________

Juni 2023 krijgt mijn verhaal plotseling een totaal andere wending. Ik krijg definitief te horen dat er bij mij sprake is van uitgezaaide darmkanker. Ongeneeslijk en een perspectief van nog ongeveer twee jaar te leven. Met deze blogs schrijf ik de ziekte van mij af, creëer ik wellicht herkenbaarheid bij lotgenoten en neem ik jullie mee op de reis die ik afleg tijdens mijn ziekte. Het is mijn manier om te leren dansen met deze draak.